Het zij gij.
Gij zult het altijd zijn.
Gij zit in mijn hoofd maar niet in mijn hart, of was het andersom.
Gij zijt het. Wat gij vertelde is waar.
Het gaat niet over ons, niet over u maar over mij. Alsof gij weet er
ontbreekt en ik het zoekende puzzelstukje ben maar het toch niet past.
Wij waren als schoenen die je koopt, terwijl je weet dat ze te klein zijn.
De verpakking is schoon maar de inhoud klopt niet.
Het past niet.
Past.
Niet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten